
CITOGROEP
CITOGROEP
15 Projects, page 1 of 3
assignment_turned_in Project2013 - 2016Partners:CITOGROEP, CITO, CITO Internationaal, CITOGROEP, POK, CITOCITOGROEP,CITO, CITO Internationaal,CITOGROEP, POK,CITOFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 411-20-433more_vert assignment_turned_in Project2016 - 2019Partners:Expertisecentrum Nederlands, Samenwerkingsschool de Speelhoeve, Radboud Universiteit Nijmegen, Faculteit der Sociale Wetenschappen, Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde, Orthopedagogiek, Basisschool Heilig Hart, Expertisecentrum Nederlands +14 partnersExpertisecentrum Nederlands,Samenwerkingsschool de Speelhoeve,Radboud Universiteit Nijmegen, Faculteit der Sociale Wetenschappen, Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde, Orthopedagogiek,Basisschool Heilig Hart,Expertisecentrum Nederlands,Radboud Universiteit Nijmegen,Samenwerkingsstichting Kans en Kleur,SBO De Bolster,Universiteit Twente, Faculty of Behavioural, Management and Social sciences (BMS), Onderzoeksmethodologie Meetmethoden en Data-Analyse (OMD),Openbare basisschool De Trinoom,CITOGROEP,Openbare basisschool De Trinoom,Samenwerkingsstichting Kans en Kleur, Basisschool t Palet,Universiteit Twente,SBO De Bolster,Samenwerkingsschool de Speelhoeve,CITOGROEP, Instituut voor Toetsontwikkeling,Basisschool Heilig Hart,Samenwerkingsstichting Kans en KleurFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 405-15-548Er bestaat een sterk verband tussen de opbrengstgerichtheid van scholen en de lees-leerresultaten van leerlingen. Een opbrengstgerichte aanpak veronderstelt dat scholen met behulp van assessments (toetsmetingen) informatie verzamelen over het lees-leerproces en dat zij op basis van deze informatie het lees-leertraject afstemmen op de leerling. In de praktijk blijken scholen het lastig te vinden om het leesonderwijs vorm te geven op basis van toetsresultaten. Waar toetsresultaten op dit moment zicht geven op de leesontwikkeling van leerlingen in relatie tot leeftijdgenoten en het referentiekader, willen leerkrachten juist informatie hebben over het zorg- en instructieniveau van leerlingen. Alleen dan kunnen zij het leesonderwijs optimaal laten aansluiten bij de leerbehoeften van de leerlingen in de klas. Onderzoek laat zien dat dynamic assessments waarbij naast de actuele leerprestaties ook het leervermogen in kaart wordt gebracht kunnen helpen bij het plannen van leertrajecten op basis van toetsresultaten. Het belangrijkste voordeel van dynamic assessment is dat de methodiek procesgerichte informatie oplevert die gerelateerd is aan de leerstof en daardoor direct bruikbaar is om het leerproces te analyseren en bij te sturen. In dit onderzoek ontwikkelen we een computer-assisted dynamic assessment voor het evalueren en plannen van lees-leertrajecten in het basisonderwijs. Bij de ontwikkeling vatten we leesvaardigheid op als een interactief proces, waarin zowel lagere-orde kennis (decodeervaardigheid, woordenschat) als hogere-orde processen (zins- en tekstbegrip) betrokken zijn. De dynamic assessment beoogt deze elementen in samenhang te meten en te analyseren. De effectiviteit van de dynamic assessment wordt onderzocht in groep 4, 6 en 8 van het basisonderwijs.
more_vert assignment_turned_in Project2017 - 2022Partners:Universitair Medisch Centrum Groningen, Rijksuniversiteit Groningen, Universitair Medisch Centrum Groningen, VU, CITOGROEP +6 partnersUniversitair Medisch Centrum Groningen,Rijksuniversiteit Groningen,Universitair Medisch Centrum Groningen,VU,CITOGROEP,Hanze UAS,Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde,CITOGROEP,Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit der Sociale Wetenschappen, SAVUSA (South Africa- VU University Amsterdam-Strategic Alliances),Universitair Medisch Centrum Groningen, Centrum voor Bewegingswetenschappen,HANFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 405-16-411Adolescence represents a crucial stage in the maturation of neurocognitive functioning (e.g. working memory and inhibition) and mental functioning (i.e. behavioural and emotional functioning, and mental health), which are important predictors of academic achievement. In addition, this developmental stage is characterized by an enormous decline in overall physical activity and an increase in sedentary behaviour. Low levels of physical activity have not only been associated with negative consequences for physical health, but also with altered brain structure and functioning, as well as reduced neurocognitive functioning and mental health problems. In the present study, a school-based physical activity intervention will be developed for adolescents and deployed in physical education across three different educational levels (junior secondary vocational education, ‘VMBO’, senior general secondary education (‘HAVO’) and pre-university education (‘Atheneum/Gymnasium’). To maximize the hypothesised positive effects of physical activity, the intervention will comprise aerobic exercise as well as cognitively demanding games and complex movements. A cluster-randomized controlled trial design will be used to study the causal effects of the physical activity intervention. The main aim of the current study is to examine the causal effect of a physical activity intervention on (a) neurocognitive functions (e.g. working memory and inhibition), (b) multiple domains of academic achievement (especially mathematics and language skills), (c) mental health, and (d) school absence and switching to lower school tracks. The second aim is to examine possible interactions between educational level and the effects of physical activity on outcome measures. School-based interventions have high potential to stimulate physical activity, as these types of interventions can be implemented on regular basis in daily life across all educational levels, and have the potential to reach all adolescents, including those with the lowest physical activity or cognitive levels.
more_vert assignment_turned_in Project2017 - 2019Partners:HvA, Rijksuniversiteit Groningen, Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Letteren, Toegepaste Taalwetenschap, CITOGROEP, Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs, Opvoeding en Ontwikkeling, Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde +1 partnersHvA,Rijksuniversiteit Groningen,Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Letteren, Toegepaste Taalwetenschap,CITOGROEP,Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs, Opvoeding en Ontwikkeling, Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde,CITOGROEPFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 405-17-921Voorgesteld wordt een onderzoek voor de peiling van Engels einde basisonderwijs in 2018. Er wordt voor de toetsen gebruik gemaakt van ankermateriaal uit de eerdere peiling Engels, en van andere toetsen uit het VO o.a. om de Engelse taalvaardigheid van leerlingen aan het einde van het basisonderwijs te kunnen vergelijken met die van leerlingen in het eerste leerjaar van het VO. Daarnaast wordt nieuw testmateriaal met authentieke contexten ontwikkeld speciaal voor dit onderzoek. Aan de orde komen luisteren, lezen, woordenschat, spreekvaardigheid en gespreksvaardigheid (in duo’s), waarbij de vaardigheid op de ERK-niveaus A1, A2, A2+ (voor sommige subdomeinen) en B1 kan worden afgebeeld. In een pilotfase wordt dit materiaal beproefd. 100 scholen worden via een gestratificeerde steekproeftrekking voor het onderzoek geselecteerd, met voor elke school drie reservescholen uit hetzelfde stratum in geval van non-respons. Scholen worden geworven via de beproefde “ambassadeurs”-methode. De testafname volgt een onvolledig design, waarbij leerlingen onderdelen van de toetsen en opdrachten maken, zodat zowel uitspraken over leerlingen, als over scholen, als over het hele domein Engels gedaan kunnen worden. Een standaardsetting procedure met experts leidt ertoe dat vaardigheidsscores geclassificeerd kunnen worden volgens het ERK. Relaties worden gelegd met kenmerken van scholen, leerkrachten en leerlingen. Bij de leerkrachten gaat het hierbij onder meer om hun vaardigheid in het Engels zoals gemeten met de APTIS-toets. 32 bovengemiddeld scorende scholen worden geselecteerd uit 8 groepen van scholen (ingedeeld naar % gewichtenleerlingen en VVTO versus niet-VVTO) die door inspecteurs nader bevraagd en geobserveerd worden met een door de onderzoekers ontwikkeld instrumentarium.
more_vert assignment_turned_in Project2022 - 2025Partners:HvA, Universitair Medisch Centrum Groningen, Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen, Universitair Medisch Centrum Groningen, Centrum voor Bewegingswetenschappen +8 partnersHvA,Universitair Medisch Centrum Groningen,Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen,Rijksuniversiteit Groningen,Universitair Medisch Centrum Groningen, Centrum voor Bewegingswetenschappen,Fontys University of Applied Sciences,HAN,CITOGROEP,Hanze UAS,Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs, Opvoeding en Ontwikkeling,THUAS,CITOGROEP,Windesheim University of Applied SciencesFunder: Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) Project Code: 40.5.22921.100How skilled are Dutch Grade 6 students on various motor skill tests? What are they taugh in physical education classes? How are movement skills related to student and teacher characteristics and PE-lesson content? These are the main questions sought to answer in the National assessment in Physical Education in in the school year 2023/2024. Skills are measured in a large, representative sample of Dutch primary schools. In an additional study, PE-lessons of selected classes are observed. This may help to find associations between motor skill level of students and the quality of lessons.
more_vert
chevron_left - 1
- 2
- 3
chevron_right