Innovaties in de afzonderlijke transportmodaliteiten en in synchromodaal vervoer bieden mogelijkheden om transport efficiënt, flexibel, betrouwbaar en duurzaam te organiseren en daarmee in te spelen op de (individuele) wensen van de klant en specifieke netwerkomstandigheden (groot onderhoud, verstoringen). Deze innovaties leiden tot een verbetering van de concurrentiepositie van Nederland. Voordat innovatieve maatregelen geïmplementeerd worden is het nodig bewustwording te creëren, inzicht te bieden in effecten en draagvlak bij betrokken marktpartijen voor o.a. de benodigde samenwerking te creëren. Het doel van dit project is het identificeren van de (combinaties van) maatregelen voor verbetering van efficiëntie, betrouwbaarheid, flexibiliteit en duurzaamheid van logistieke ketens die het meest effectief zijn en het creëren van draagvlak bij betrokken partijen die de maatregel(en) met elkaar moeten implementeren. Hiertoe wordt onderzoek gedaan naar synchromodale planningsalgoritmes, zo mogelijk in real-time, data-driven simulaties, en serious games voor samenwerking en situational awareness waarmee de maatregelen ontworpen en getest kunnen worden. Het belangrijkste resultaat van het project is dat partijen betere en gedragen (unimodele, multimodale of synchromodale) oplossingen kiezen doordat in een theoretische omgeving reeds geëxperimenteerd is met maatregelen en deze door de (markt)¬partijen uitvoerig zijn besproken en bijgesteld. In dit project wordt niet alleen een vervolg gegeven aan de innovatie-community van samenwerkende marktpartijen en overheden die in het IDVV project rond het verbeteren van de binnenvaartketen is ontstaan, maar wordt tevens een impuls gegeven aan de innovatie-community rond de spoorgoederentafel en zal de innovatie-community rond synchromodaal vervoer (die er nu nog niet echt is) mede worden vormgegeven.

Infrastructure managers face challenges by having to innovate and replace their ageing assets to facilitate new societal requirements and changing use(rs) taking into account cross-infrastructural requirements for design as well as efficient operations and maintenance. This research proposal seeks to develop guidelines and an asset management framework to manage responsive innovation for next generation infrastructure assets. The guidelines will help overcome limitations in the plan- or design stages of replacement projects that have a negative impact on operations and maintenance of interconnected infrastructures. They focus on efforts and tools infrastructure managers develop and employ to address these issues. The framework supports infrastructure managers to identify key issues in maintenance and operation and facilitate coordination, synchronization or even joint development of specific cross infrastructural (asset management) solutions in innovative replacement projects. The need to study and analyse cross-infrastructural collaboration increases as infrastructure replacements increasingly influence interconnected infrastructures and their management. This research analyses innovative cross-infrastructural replacement processes and explores lessons about how responsive innovations incorporate asset management interests and contributes to the develop of solutions. A PhD will participate in a community-of-practice (CoP) where practitioners from ongoing innovative cross-infrastructural replacement projects meet to analyse these collaborations and together identify a set of guidelines that could be used by infrastructure managers to employ future cross-infrastructural replacements. A postdoc simultaneously participates in the CoP and develops a framework that includes new and existing maintenance, design and decision support tools to safeguard cross-infrastructural asset management interests in innovative replacement projects.

The introduction of 2-truck platooning ? two trucks virtually coupled driving at less than 1 second headway - will introduce new logistics concepts in the Supply Chain. Carriers obtain fuel consumption reductions through platooning and even higher benefits if they form 2-truck platoons with other carriers. Shippers may encourage their carriers to form as many platoons as possible to exploit the synergy potential, and benefit from lower emissions and more sustainable transport services. This proposal addresses the industrial challenge to be able to schedule platoons or dynamically form platoons on-the-fly, by realizing a collaborative matching and planning competency. This competency builds on Vehicle Routing Problem solutions adding 2-truck platoon planning characteristics and parameters. To that end, we develop a quantitative Platooning-Optimizer (PLATO) that enables the planning and formation of scheduled and dynamic truck platoons. Platoons will be formed within one supply chain network, across multiple networks, and by means of a neutral intermediary Platooning Service Provider (similar to a 4C). Real world data from port-related container transportation and supply chain operations will be used to provide a proof of concept. The collaborative planning has to be evaluated in light of the impact on the supply chain, from financial, strategic, and operations perspectives. Hence, platooning will only become successful if the crucial stakeholders in the supply chain have a positive business case with regards to platooning. To that end, we develop a generic platooning business case build on 2 scenarios for platooning formation: centralised scheduled and on-the-fly ad-hoc matching.

The research aims to support the development of the multimodal transport system in the Netherlands, and by extension, in Europe, into a truly synchromodal transport system, in which infrastructure use, transport services and operations are perfectly aligned with market demand. This requires the integration of data on infrastructure, services and transportation, the development of new synchromodal control mechanisms, and the further analysis of demand characteristics of shippers. This project provides the academic underpinning of the ambition and innovation vision that is formulated for synchromodality in the Topsector Logistics. So far research has mainly addressed horizontal alignment between modes into a coherent network. The main research angle for this project is the vertical alignment, i.e. the shipper/client orientation and the relations with the underlying network management. In addition to the fact that these vertical relations constitute scientifically unexplored territory, we argue that they are of critical importance for the deployment of synchromodal transport services. In short, if service demand is difficult to predict and if capacity availability is uncertain, the synchromodal service market will not function. Academic contributions include (1) improved freight modelling by improving the representation of shippers? supply chain considerations; (2) quantification of the impact of the level of information exchange and collaboration / competition among organizations on synchromodal planning and execution; (3) new real-time decision making approaches and pricing mechanisms for synchromodal solutions; and (4) the development of information concepts that enable ?data synchromodality?.

Het grootschalig toepassen van “smart / big data” is noodzakelijk om belangrijke performance verbeteringen in de logistiek en supply chain mogelijk te maken; zoals kortere wachttijden, betrouwbare transporttijden, hogere bezettingsgraden, minder energieverbruik en CO2 en minder gedoe en oponthoud in de logistieke keten. Vraagstelling is daarbij welke use cases kansrijk zijn, welke data daarbij nodig is en of er relevante data analyses zijn waarmee de logistieke partijen de gewenste performance verbeteringen kunnen bereiken. Hiervoor is een generieke innovatiemethodiek en een ICT referentieplatform nodig. Doel van dit programma “Smart Data Factory Innovations” is om concrete innovaties in use cases vorm te geven en om de bestaande innovatiemethodiek verder te ontwikkelen. De use cases geven ook inzicht in de eisen die we moeten stellen aan het referentieplatform en zullen leiden tot de ontwikkeling van modules op het referentieplatform. Bij twee use cases gaat het om nieuwe smart-data opportunity’s die tot een gedemonstreerde proof of concept en een uitwerking van de business case gebracht worden. Van twee andere use cases zijn in eerdere projecten de proof of concepts en business cases al gegeven en zullen in dit programma, samen met ontwikkelpartners, verder worden ontwikkeld met als afronding een kleinschalige pilot. In deze twee pilots zal gebruik gemaakt worden van een operationeel platform van een industriële partner, passende binnen de bestaande architectuur van het referentieplatform 1.0. De ontwikkeling van het referentieplatform 2.0 zal worden aangevraagd in een groter Big Data programma (NWO Call).